zaterdag 19 december 2015

De beruchte column

In de post hiervoor sprak ik over een column die dit alles eigenlijk een beetje in gang heeft gezet. Bij deze publiceer ik dus 'de beruchte column' dat als titel heeft: Zaad van God gekregen.

3 december 2015. Ik wilde net gaan slapen. Net als altijd suste mijn gedachtestroom mij in slaap, totdat ik plots merkte dat ik iets begon te begrijpen. Het is misschien maar een klein stukje van de puzzel, maar het is wel zo’n stukje dat de zienswijze als geheel verandert. Enigszins slaapdronken zocht ik op de tast (ik ben nogal kippig zonder bril of lenzen) naar pen en papier om deze nieuwe gedachte op te schrijven.
            Die dag had ik juist het boek genaamd ‘De Oversteek’ van Paul Young uitgelezen. Een prachtig boek dat leidt tot nieuwe inzichten over naastenliefde, de liefde van God en de mysteries van Zijn Wegen. Bij deze beveel ik eenieder die deze tekst leest dit boek en zijn voorganger genaamd ‘De Uitnodiging’ van dezelfde auteur van harte aan. Nadat ik de laatste zinnen van ‘De Oversteek’ had gelezen en het boek voor een tweede maal in mijn leven met een lichte zucht van verlangen had dichtgeslagen, moest ik helaas weer over tot de orde van de dag.
De inhoud van het boek, dat naast de hectiek van mijn studie had uitgelezen, zat die avond dus nog vers in mijn geheugen. Ik dacht na over de zienswijze die de auteur in dit boek heeft geïntroduceerd, toen me ineens een typisch ‘bekeringsverhaal’ van de basisschool te binnenschoot. Ik herinnerde mij dat men een keer tijdens een weekopening of weeksluiting het verhaal vertelde over de gelijkenis van Jezus over de zaaier en de verschillende stukken grond waarin het zaad, d.w.z. Gods Woord terecht kon komen. Op mijn basisschool werd dit verhaal op een manier verteld waaruit bleek dat de grond schuldig was aan het niet goed opnemen van het zaad. Echter, heeft noch in Jezus’ tijd noch in de onze iemand ooit een stuk grond voor de rechter gesleept voor het niet goed ontvangen van zaad (wat op zich best jammer is, want het zou een interessant tafereel zijn). Iedereen is erover uit dat grond iets passiefs voorstelt, iets wat door levende wezens als mensen bewerkt moet worden tot goede grond en wat op zich geen blaam treft aan zijn onfortuinlijke staat.
Daarnaast maakt de gelijkenis duidelijk dat het niet de zaaier, d.w.z. de predikant of een andere verteller over Gods Woord, is die deze grond weer vruchtbaar maakt. Dat is blijkbaar niet zijn of haar taak. Het is iets wat alleen Jezus kan doen, die als Knecht geleefd heeft op aarde.
Zoals ook te lezen is in ‘De Oversteek’ zijn zondaars over het algemeen geen opstandige kwade mensen die per definitie niks met God of, zoals de auteur het leven na dit leven noemt, ‘het ware leven’ te maken willen hebben. Het zijn juist slachtoffers, of in een wat meer alom geaccepteerde term uit de Bijbel: slaven van de zonde.
Wanneer de dominee in de kerk spreekt over een actieve bekering, is op basis van Jezus’ eigen woorden dus te zeggen dat zoiets ten diepste niet bestaat. Wij komen niet naar God toe. Ammenooitniet, dat is veel te eng en kost ons veel te veel en het is oncomfortabel en dan horen we nergens meer bij en…nou ja, er zijn talloze algemene en persoonlijke redenen of eigenlijk smoesjes om niet naar God te hoeven gaan. Daarom zij God geprezen dat Hij naar ons toe komt en ook in letterlijke zin is gekomen met Kerst. Hij is juist gekomen om de stenen uit onze grond te halen en ons te bewerken tot goede grond waarin Zijn Levende Woord gepland kan worden.
Betekent dit dat wat wij als christenen doen of najagen geen enkel effect heeft? In tegendeel. Ik sidder van de effecten die het rondstrooien van zogenaamde ‘pareltjes’ uit de Bijbel heeft voor de vruchtbaarheid van het land (had u hier toevallig een lovend woord verwacht van deze op kritiek getrainde studente? Maakt niet uit hoor, maar voor de duidelijkheid: ik loof alleen God. Wel heb ik u allen lief en het is vanuit de Liefde dat ik dit aan u schrijf). Wat kunt u doen als u boer noch zaaier bent? Ach, ik zou zeggen: wees lief voor elkaar en heb geduld met elkaar. En mocht u/ik toch de drang of de opdracht hebben om te zaaien, let dat op hetgeen u/ik in uw/mijn hand heeft/heb. Bid om een flinke voorraad levend zaad van de Boer (nou ja, technisch gezien was Hij een Timmerman) en om Zijn vergeving als u/maar ook ik natuurlijk per ongeluk een stel steentjes in goede aarde heeft gegooid.

Gods zegen, Gods Liefde en Gods geduld zij met u en met mij!

Amen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten